top of page

6. De Afstemming: Evaluatie, CT & PD

Woensdagochtend 12 augustus om 08:00 uur zat ik alweer braaf aan tafel voor het ontbijt. In de kamer van mij en mijn kamergenotes constateerde ik zelfs al een ware routine. Om 7:30 liep de wekker van mijn mobiel af die ik zo snel als ik kon afzette. De angst om mijn kamergenotes te irriteren, maakte dat ik dan ook gelijk wakker was. Toch bleef ik uit diezelfde angst nog even liggen. Om 7:40 uur liep het alarm van de luide wekkerradio van Linday af.

Met een zucht werd er een klap op gegeven en ook Lindsay bleef nog even liggen.

Dat was echter mijn cue om nu toch echt uit bed te stappen, mezelf snel aan te kleden, tanden te poetsen (in de badkamer, niet aan de wastafel in de kamer met slapende meiden) en naar beneden te gaan. Vanmorgen liepen Lindsay en ik tegelijk naar beneden.

"Waar is Katja?", vroeg Max terwijl hij de ontbijttafel rondkeek.

Ik hoorde een paar mensen zuchten, maar omdat ik mijn ontbijtbord aan het bestuderen was had ik niet gezien van waar het precies vandaan kwam.

De ontbijt/lunchborden hadden mij vanaf mijn eerste dag al gefascineerd; gele en groene plastic campingborden met óf een bruine beer met een hoodie aan en een gangsterketting om óf een giraffe met een coltrui aan op een driewieler...

Zouden die borden nog enige betekenis hebben? Ik hoopte heel erg van niet.

"Is het een idee om Katja even te gaan halen? Anders kunnen we niet beginnen...", zei Max op een ietwat ongeduldige toon. Niemand leek er echt iets voor te voelen en al bleef het niet erg lang stil, de sfeer die aan tafel hing werd me nu al te veel.

"Ik wil haar wel halen?"

Het incomplete ontbijtgenootschap keek mij collectief verbaasd aan.

"Ze eh... is toch mijn kamergenote...", voegde ik er voorzichtig aan toe.

"Erg attent van je Roos, maar je zit nog in je afstemming dus lijkt het me beter dat één van haar andere leefgroepsgenoten haar gaat halen. Iemand? Niet allemaal tegelijk..."

Ik zag Max een blik werpen op Jim die steevast Max zijn blik bleef ontwijken door thee voor zichzelf te gaan inschenken.

Ook Linde leek te bezwijken onder de gespannen sfeer en mompelde: "Ik ga wel" en snelde de leefgroep uit waarna we haar door de deuropening met twee treden tegelijk de trap op hoorde lopen. "Altijd dezelfde die zich aanbieden. Voelt echt niemand anders zich nou geroepen?", vroeg Max retorisch.

"Ik wilde ook wel gaan", zei Lola toen zacht maar toch enigszins defensief.

"Dat weet ik", zei Max. "Ik zat er op te wachten tot jij of Linde weer zou opspringen. Ik ben blij dat je het dit keer volhield. Linde moet blijkbaar nog even oefenen."

Er verscheen een grijns op zijn gezicht terwijl hij verder zijn brood smeerde en bij Lola die met haar ellebogen op tafel haar hoofd ondersteunde, gebeurde hetzelfde.

Linde kwam kort daarna terug met de boodschap dat Katja zich had verslapen en er zo aan zou komen. Om 8:10, toen we allemaal al waren begonnen met eten, sleepte Katja zichzelf de leefgroep binnen.

"Goeiemorgen Katja, het is nu 10 over 8, wat vinden jullie jongens?"

"Van mij mag ze er nog wel bij hoor", zei Jim. "De regel is maximaal 10 minuten te laat, toch?"

Een paar andere hoofden knikten. Ook degenen die zich tot nu toe stil hadden gehouden knikten uiteindelijk.

"Wat zijn jullie mild als groep zeg. Je komt steeds vaker te laat de laatste tijd Katja, maar goed: de groep heeft gesproken. Schuif maar aan."

"Ja", mompelde Katja die blijkbaar te moe was om zich boos te maken over het doorklinkende oordeel van Max.

8:45 uur. Evaluatie in de grote groep, in de Meepo. Ik zat dit keer in de kring in een 'hoekje' met mijn rug naar de pantry bij de Meepo en mijn gezicht naar de gang, waar zo dadelijk alle therapeuten en socio's weer uit zouden stromen. Daar zul je ze net hebben.

Een lange kale, jonge man van een jaar of 35 kwam regelrecht op me af gelopen. "Hallo, ik ben Henry, psychotherapeut van Rood."

"Merijn, psychotherapeut van wit. Ik zie jou vrijdag voor een introductie van groepstherapie", verkondigde nog een jonge man met zwart haar en een doordringende blik.

Zowel Henry als Merijn droegen een nette broek en nette overhemd met chique schoenen. Ze zagen er eigenlijk te modebewust uit om therapeut te zijn. Ik had nooit eerder te maken gehad met mannelijke hulpverleners behalve mijn huisarts (waar ik overigens geen fan van was) en één keer een psychiater bij het 'Dementorium'. (Een koosnaam die ik had bedacht in een gesprek met mijn docente Nederlands op de middelbare school).

Mijn huisarts én die psychiater waren een beetje het type 'geitenwollensokken man'. Dat waren deze therapeuten absoluut niet.

"Hoi, ik ben Judy", zei een kleine vrouw van een jaar of 38 met haar donkerblonde krullen in een paardenstaart. "Ik ben sociotherapeut van leefgroep 1." Ze kwam energiek en spontaan over. Iemand die je bijna niet onaardig kan vinden, vond ik.

Gelukkig waren dat alle introducties en gingen de therapeuten Janine, Erica, Jeanette, Anouk en Peter na een stoel van de stapel gepakt te hebben, dit keer gewoon gelijk al in de kring zitten. Het programma doet zijn naam eer aan, dacht ik terwijl ik de kring rondkeek. Wat een mensen. Volgens mij kende ik pas een kwart van hen bij naam...

Net toen ik dacht veilig te zijn en in gedachten verzonk, zei Peter na een rondje: "Is iedereen die er kan zijn, wil zijn, moet zijn? Missen we nog iemand? Nee? Mooi, Roos: is jou al uitgelegd hoe een evaluatie in de grote groep werkt?"

Shit. Weer een stuk of 30 koplampen in mijn richting.

"Eh. Ja. Kay heeft het gisterenavond aan me uitgelegd."

Kay knikte bevestigend.

"Mooi zo. Is het duidelijk genoeg of wil je nog iets weten voor we gaan beginnen?"

Ik schudde ijverig mijn hoofd om tegelijkertijd al die koplampen van mij af te schudden.

"Goed dan gaan we beginnen. Sabrina, we zitten hier vandaag voor jouw evaluatie."

Sabrina, het lange meisje van 19 uit de daggroep en uit therapiegroep wit met de lange steile bruine haren stond nu in de spotlights.

Ik vond het een aparte ervaring. Sabrina moest stukjes oplezen van wat elke therapeut van elke therapie over de afgelopen periode van haar behandeling had opgeschreven. Vervolgens volgde daar achteraan van wat ik later begreep dat haar behandelplan was, met alle behandeldoelen voor de komende periode (van 3 maanden) tot de volgende evaluatie. Nadat ze alles had voorgelezen, wat behoorlijk wat tekst was aan de papieren in haar handen te zien, werden haar vragen gesteld door de therapeuten maar ook de jongeren.

"Hoe vond je het deze periode zelf gaan?"

"Hoe was het voor je om het zo voor te lezen?"

"Zie je het zelf ook zo wat er bij PMT was opgeschreven?"

"Zijn er nog jongeren die Sabrina misschien nog iets willen meegeven?"

"Wil jij zelf de jongeren nog iets meegeven, Sabrina?"

"Hoe vond je je allerlaatste evaluatie voor je afscheid gaan?"

Oh. Gaat ze weg? Heeft ze hier serieus al 12 maanden gezeten?!?!

Hoe in 's hemelsnaam??? Ik begon het nu op mijn derde dag al zat te worden...

En op dat moment realiseerde ik me dat mijn somberheid terug was. Shit. Wat ik ook doe, ik mag het niet laten merken, anders mag ik nooit naar de dagbehandeling. Vanaf heden zal ik bekend staan als Miss Happy-go-lucky. En net dat voornemen te hebben genomen, werd de evaluatie in de grote groep afgerond met een applaus voor de nu glunderende Sabrina.

Goh. Zij ziet er echt uit als Miss Happy-go-lucky. Zou dat allemaal door deze kliniek gekomen zijn? Zo ja, dan moest ik het misschien toch maar overwegen...

Het was een echte zomerdag vandaag. Na een tijdje over het basketbalveld bij de 'tuin' van de leefgroepen te hebben gelopen terwijl ik zachtjes met mijn iPod meezong, zag ik dat Linde en Lola de dienbladen met glazen en kopjes buiten op de picknicktafels aan het neerzetten waren. Even later kwam ook Judy met de thermoskannen en koektrommel naar buiten en als snel volgden daarna een aantal jongeren en uiteindelijk ook Peter en de andere therapeuten.

Ik bleef het liefste heerlijk alleen in de zon zingen op het veld, maar omdat ik nogal opviel zo alleen op dat asfalt en in het zicht zat van het clubje mensen in de tuin van leefgroep 1, besloot ik toch maar deel te nemen aan de koffiepauze. Ik was het tafereel weer een beetje aan het observeren, toen ik Janines blik opving. O jee.

Ze stond op van de picknicktafel en kwam op een stoel naast me zitten.

"Hoi Roos. Hoe gaat het met je?"

"Hai. Ehm. Goed hoor", zei ik ongemakkelijk.

"Ja? Hoe vind je het tot nu toe?"

"Wel oké. Ik ehm, verveel me soms alleen een beetje."

"O dat is ook zo ja, wanneer de anderen naar therapie zijn blijf jij natuurlijk hier alleen achter."

"Ja, maar dat is niet zo erg hoor! Ik heb muziek en een boek en de zon schijnt nu gelukkig!", zei ik al inlevend in mijn rol van little Miss Sunshine.

Janine glimlachte. "Het is heerlijk zomerweer inderdaad. Groot gelijk om daarvan te genieten. Hee ik wilde je er trouwens aan herinneren dat je zometeen een introductie van Creatieve Therapie bij mij hebt. Wist je dat?"

Ik knikte.

"Mooi zo", glimlachte Janine weer en nam aanstalten om op te staan terwijl ze haar sleutels van tafel greep. "Dan zie ik je zo bij de receptie!" en ze liep leefgroep 1 in.

Janine deed mij enorm denken aan de moeder van een goede vriendin. Leyla's moeder Mira had namelijk dezelfde grote rode bos krullen en dezelfde creatieve 'uitstraling'. Ze was naast cameravrouw dan ook schilderes en ik keek altijd erg tegen haar op.

Als ik bij Leyla was kon ik erg jaloers zijn op haar huis, haar familie, haar leven eigenlijk... maar ook op Leyla zelf! Ze had de creativiteit en krullen van haar moeder namelijk zeker overgenomen, maar daarnaast was ze ook een erg lief, slim en leuk meisje en was ook vrij dun. Zelf was ik altijd een beetje mollig geweest en thuis was het mij nog nooit overkomen dat mijn moeder na schooltijd thee kwam brengen op mijn kamer en vroeg hoe het op school was...

Maar goed, Janine leek dus een beetje op de oudere versie van Leyla's moeder: Mira.

Om 11:15 uur sprong ik op om mijn weg naar de receptie te maken.

Daar aangekomen kwam Janine net aanlopen. "Hai Roos, loop je mee?"

We liepen dezelfde gang in op de begane grond als ik met Erica in liep voor PMT, maar dit keer stopten we al na iets van 4 deuren.

"We zijn er al", zei Janine. "Alleen heeft een groep uit een andere kliniek creatieve therapie op dit moment, dus we gaan nu in de kleine creatief ruimte zitten. Normaal gesproken zitten we in deze ruimte" en ze wees naar de deur links van de deur dat ze van het slot af aan het halen was.

"Goed, zoek maar een plekje uit aan de tafel. Ik heb vast wat klaargelegd voor ons in het hok." Janine liep naar de achterkant van het smalle lokaal naar een openstaande deur aan de rechterkant en verdween aan de geluiden te horen een materiaalhok in.

Even later kwam ze terug met twee vellen A2 papier en ging tegenover mij zitten aan de tafel het dichtste bij de deur.

"Goed. Zoals je vast al hebt kunnen raden gaan we niet alleen praten, maar ook echt wat doen. Wat we precies gaan doen leg ik later uit. Eerst zal ik je wat vragen gaan stellen en uitleggen wat we zoal doen bij creatieve therapie. Wil je mij eigenlijk nog wat vragen voor we van start gaan?"

"Nee, eigenlijk niet."

"Oké. Nou, mocht er iets in je opkomen, mag je dat tussendoor gewoon vragen hoor!"

Ik knikte.

"Goed. Om even terug te komen op de koffiepauze net. Je zei dat je je een beetje verveelde. Wat doe je thuis als je je verveelt? Of laat ik het anders vragen: wat vind je leuk om te doen in je vrije tijd?"

"Nou ik houd van zingen en schrijven. Maar ook wel van creatief bezig zijn soms."

Ik volgde Janine's blik naar mijn iPod dat naast me op tafel lag.

"Heb je dat hoesje zelf gemaakt?", vroeg ze.

"Ehm, ja?"

"Mag ik het eens zien?"

Aarzelend gaf ik haar mijn iPod. Waarom heb ik dat ding nou weer meegenomen? Het ziet er niet uit dacht ik geïrriteerd bij mezelf.

"Wat leuk zeg. Erg creatief. Je hebt de blauwe stof over een stuk karton genaaid? Heb ik dat goed?"

Ik knikte en schaamde me rot.

"En dit lijken wel sieraden, die steentjes op de voorkant, hoe kom je daar nou aan?"

"Een oorbel uit elkaar gesloopt waar ik de ander van kwijt was geraakt..."

"Grappig ook dat strookje kant en die linten waarmee je het hoesje dichtbindt. Creatief hoor." Ze knipoogde.

Ik haalde met een rood hoofd mijn schouders op.

Janine stelde verder nog een aantal vragen over mijn thuissituatie en over mijn persoonlijkheid zoals (het echtpaar) Anouk en Max ook al hadden gedaan. Erica trouwens ook.

Ik praatte makkelijk met Janine. Misschien omdat ze me zo deed denken aan Mira, maar waarschijnlijk ook omdat ze gewoon aardig was en kalmte en vertrouwen uitstraalde.

Toen Janine zei: "Oké. Ik heb hier twee vellen liggen. Het is de bedoeling dat je twee schilderijen maakt. Een lelijk schilderij en een mooi schilderij. Verf en paletten vind je in het kastje onder de gootsteen, evenals een glazen potje voor het water en in het laatje onder de gootsteen liggen kwasten. Succes!", raakte ik een beetje in paniek en bleef een soort van beduusd zitten.

Janine keek me bestuderend, maar nog steeds met dezelfde vriendelijke glimlach aan: "Wat is er?"

"Eh. Niets. Ik eh. Ben het niet gewend de opdracht te krijgen een lelijk schilderij te maken", improviseerde ik. De echte reden dat ik bleef zitten, was de paniek om het feit dat ik bang was de verkeerde kastjes open te trekken of dat ik verkeerd om zou gaan met de spullen. Niet dat ik graag bediend werd, maar ik had het toch fijn gevonden als de spullen al klaar stonden, zodat er minder fout kon gaan...

Maar ik dacht; kom op Roos! Gewoon bluffen! En ik deed een poging om resoluut op te staan en richting de kast te lopen die Janine had aangewezen. Ik vond het doodeng dat Janine bleef kijken wat ik deed. "Deze kast was het toch?", vroeg ik voorzichtig.

Verdomme Roos. Dat is niet bluffen! Kom op, verman je!, dacht ik terwijl ik steeds bozer op mezelf werd.

Janine knikte nog steeds glimlachend bemoedigend naar me.

Ik vond inderdaad flessen met verf van een merk dat ik nog herkende van de basisschool en ook de plastic palletjes. Ik pakte een pallet, dacht even na, keek vervolgens welke kleuren verf er in de aanbieding waren en koos uiteindelijk voor de kleuren, bruin, zwart, wit, donkerblauw, lichtblauw en goud.

Voor me stond nu al het materiaal gereed op tafel, inclusief de twee gigantische vellen van A2 formaat. En nu?

Janine was nu aan de zijkant van het lokaal gaan staan, waar ze me nog steeds vanaf een afstandje bekeek.

"Welk schilderij eerst?", vroeg ik omdat ik toch wel erg bang was eerst het verkeerde schilderij te gaan maken...

"Dat mag je helemaal zelf weten. Kies maar."

Oké. Het moeilijkste eerst dan maar?

Ik pakte één van de vellen voor me en bekeek welke kleuren ik had gepakt. Goed. Lelijk. Wat is lelijk? Ik besloot dat alle kleuren door elkaar wel heel heel lelijk zou moeten worden, dus begon ik met mengen in één van de inkepingen van het pallet. Tot mijn verbazing werd het een soort bordeau rode/paars-achtige kleur. Nou ja, nu maar kliederen met die hap. Ik pakte een grote dikke kwast en liet een dikke paarse veeg achter op de linkerhoek van het vel... Juist. Ehm. Uitvegen maar? En in ronde bewegingen verdeelde ik de paarse smurrie over de gehele linkerbovenhoek. Vervolgens zette ik aan de onderkant van het vel een dikke zwarte streep.

Oké, nu het midden. Met dezelfde kwast waarmee ik de paarse smurrie had gecreëerd maakte ik nu een rondje in het midden van het vel.

Ehm. Nee niet lelijk genoeg en er kwam een grote donkerblauwe streep diagonaal door de cirkel heen. Toen vond ik het tijd om het lelijke bruin zijn werk te laten doen, dus begon ik de rechter bovenhoek van het vel in te kleuren.

Pfff. Iets lelijk maken kwam meer bij kijken dan ik dacht, hoewel als ik iets moois probeer te maken ik het uiteindelijk ook lelijk vind... Vreemd.

Ik voelde nog steeds Janine's ogen in mijn rug branden en alsof ze mijn gedachten kon lezen vroeg ze toen: "Vind je het vervelend dat ik met je meekijk? Heb je liever dat ik zelf ook een schilderij maak? Misschien voel je je dan wat gemakkelijker."

Ik twijfelde even, maar knikte uiteindelijk toch, waarop Janine het materiaalhok weer in verdween om voor zichzelf vellen te pakken.

"Mag ik het verf gebruiken dat jij hebt gepakt of heb je dan te weinig?"

"Nee hoor, ik heb te veel gepakt geloof ik."

"Dank je." En zo begon Janine zelf aan haar 'lelijke' schilderij.

Ik voelde me inderdaad wat meer op me gemak nu ik het idee had dat ze minder in de gaten hield. Natuurlijk deed ze dat alsnog wel, daar was ze therapeut voor, maar dit voelde toch wat beter.

Ik was nog steeds niet tevreden over mijn schilderij, dus probeerde ik met de dikke kwast donkerblauw/zwarte smurrie op het vel te smijten.

Oké. Meer kon ik er niet van maken besloot ik.

Ik legde mijn kwast neer en op dat moment vroeg Janine gelijk:

"Is het af?"

Ik knikte.

"Oké. Hoe was het voor je om dit te doen?"

"Lastiger dan ik dacht. Normaal wordt iets al snel lelijk als ik het mooi probeer te doen, maar op de één of andere manier was ik ook over de lelijkheid nu nog niet tevreden."

"Is het wel gelukt nu vind je?"

Ik bekeek mijn creatie nog even en pakte toen bedachtzaam mijn kwast weer op om er nog een extra klodder verf op te lanceren.

"Nu iets meer", zei ik.

Janine's lach werd breder en zei: "Oké, nu mag je aan het mooie schilderij gaan werken."

Fijn. Iets wat ik wel gewend ben. Mooi. Juist. Mooi... dan is het wel de bedoeling dat het mooi wordt toch? Shit. Ehm. Ik realiseerde me ineens weer dat Janine nog verwachtingsvol naar me aan het kijken was. Bluf Roos, bluf!

Ik pakte een schone kwast, doopte het in het lichtblauw op mijn palet en begon precies in het midden van het blad met het maken van rondjes. Turquoise was ten slotte mijn lievelingskleur, dus als iets mooi moest worden was het logisch om die kleur uit te kiezen. Maar dat vond ik zelf mooi. Vond Janine dat dan ook mooi? Of... Wie moet het eigenlijk mooi vinden?Pfff... Wat een opdracht dit.

Uiteindelijk ontstond er een grote turquoise ingekleurde cirkel in het midden, waarna ik met goud boven en onder een paar bogen maakte. Aan de zijkanten had ik door middel van blauw met het goud te mengen een soort zilver gekregen, waarmee ik aan iedere kant een 'opgerolde krul' maakte in spiegelbeeld van elkaar.

Ik had nog niets met het wit gedaan, dus maakte ik een lichtere kleur blauw waarmee ik ook nog een boog maakte.

Maar ja. Toen had ik nog heel veel verf over. Ik had veel te veel gepakt. Wat erg!!!

Proberen op te maken dan maar. Ik probeerde nog een aantal van de lichte kleuren met elkaar te mengen en met die kleur, een soort brons, maakte ik middenin de turquoise cirkel nog een rondje.

Als ik nu nóg iets zou toevoegen zou het al helemaal niet meer mooi worden, dus met tegenzin besloot ik dat het af was. Ik bekeek mijn werk.

Goh, dit moest een 'mooi schilderij' voorstellen? Bluf, Roos, bluf, dacht ik snel voor de moed echt in mijn schoenen zou zakken. Ik had er veel moeite mee die moed op te houden, want ik voelde me ook nogal schuldig over de hoeveelheid verf dat ik over had. Ik had nooit zo veel moeten pakken! Janine moet ook wel denken 'wat zonde dat dat kind al die verf verspilt, alsof het allemaal niets kost!' Wat je ook doet Roos, laat niet merken hoe je je voelt. Bluf jezelf er doorheen!

"Ben je zover Roos?"

Ik knikte.

"Goed. Dan gaan we eerst even opruimen en daarna je werk even bekijken. Als jij opruimt, dan hang ik je schilderijen op.

Ik stond op om de kwasten te verzamelen toen Janine als eerste mijn 'lelijke' schilderij oppakte, waarvan de dikke zwarte klodders die ik als laatste erop had gesmeten langzaam begonnen uit te lopen.

"O jee, zal ik hem anders gewoon laten liggen?", vroeg Janine terwijl ze hem snel weer horizontaal hield.

Maar toen ik het zag gebeuren dacht ik gelijk: iiieuw wat lelijk! en zei dapper tegen Janine: "Eh, nee hoor, dat is niet erg, dat is juist de bedoeling."

"Ah, oké. Je laat de zwaartekracht meewerken. Prima", zei Janine en moest glimlachen.

Toen ik de kwasten had schoongespoeld, afgedroogd en had weggelegd, pakte ik het pallet op. Wat zonde van al dat verf... Ik blijf twijfelend staan en zei uiteindelijk:

"Ehm, ik heb een beetje veel verf over. Wat moet ik ermee doen?"

"O dat geeft niet hoor!", zei Janine zonder op te kijken. "Het is verf op waterbasis, dus je mag het gewoon onder de kraan wegspoelen."

Echt? Zo makkelijk? Dat is toch hartstikke zonde?, dacht ik verbaasd. Maar Janine was nog steeds druk bezig met het ophangen van al onze schilderijen en het leek haar totaal niet te boeien wat er met het verf zou gebeuren.

Dat stelde me enigszins gerust al bleef ik het vreemd vinden.

Uiteindelijk vroeg Janine me nog om de tafel schoon te vegen, maar dat bleek niet eens nodig te zijn omdat ik voorkomen had de verf op tafel te morsen.

"Volgende keer hoef je echt niet zo netjes te werken hoor, als je één keer over de tafel veegt met een nat doekje is het zo schoon!", spoorde ze aan.

Dat moet ik onthouden, dacht ik. Dat past inderdaad meer bij een Miss-happy-go-lucky.

"Goed, kun je me vertellen wat je ziet?", ze wees naar mijn eigen schilderijen. We zaten allebei weer aan de tafel, maar dit keer tegenover het prikbord waar Janine zojuist met behulp van schilderstape de schilderijen had opgehangen.

"Ehm, een lelijk schilderij en een iets minder lelijk schilderij?"

"Kun je me vertellen wat het lelijke schilderij lelijk maakt?"

"Ik denk... de donkere kleuren, dikke strepen en de zwarte klodders?"

"Is het uiteindelijk geworden wat je in gedachte had?"

Ik dacht even na.

"Nou ja, ik kon niets bedenken dat lelijk was om te maken, dus heb ik maar gewoon kleuren gekozen waar ik niet zo van houd en ben ik lukraak gaan kliederen."

"Ja? Heb je echt 'lukraak gekliederd'?"

Ik dacht weer even na. Heb ik dat gedaan?

"Nou nee... het lukte niet echt. Misschien wel een beetje?"

Roos, verdorie. Je beantwoordt alles op een vragende manier, kappen nou!

"Oké goed. Nu gaan we naar het mooie schilderij. Hoe was dat voor je om te maken?"

"Lastig, maar fijner om te doen dan het lelijke schilderij maken."

"Hoe bedoel je lastig en wat was precies fijner?"

"Nou ik wilde graag dat het mooi werd, maar dat is niet helemaal gelukt. Het is nu gewoon een rare cirkel met wat bogen, maar dan wel in de kleuren die ik mooi vind. Ik vond het fijner omdat het toch makkelijker was om toe te geven aan wat ik wilde, dan te proberen iets anders te doen dan ik normaal gesproken zou doen om het schilderij lelijk te maken."

"Oké. Dank je wel voor je uitleg. Vind je het goed als ik je vertel wat ik zag gebeuren? Je mag me corrigeren als het niet klopt hoor!"

Ik knikte en Janine stond op om naar de schilderijen te lopen.

"Bij dit schilderij-", ze wees naar de lelijke, "-zag ik je veel nadenken en toen er een cirkel ontstond, zette je daar toen volgens mij bewust een streep doorheen om de symmetrie te doorbreken. Even later leek hetzelfde te gebeuren toen je aan beiden kanten met bruin begon in te kleuren. Ik dacht te zien dat je je toen bedacht, stopte met het inkleuren hier aan de linkerkant en toen de verfklodders op het schilderij aanbracht.

Het leek erop alsof je daarmee het patroon wilde doorbreken, maar uiteindelijk heb je de verfklodders aardig even verdeeld over het schilderij waardoor er nog steeds een soort evenwicht in stand blijft. Klopt het een beetje wat ik zeg? Ik wil het graag horen als je het anders ziet hoor, dat helpt mij alleen maar om een beter beeld van jou en je manier van werken te krijgen."

Ik was verbijsterd. Had ze dat allemaal door? Alleen maar door te kijken hoe ik aan het kliederen was? Correctie: een poging deed om te kliederen?!

Uiteindelijk zei ik: "Eh, nee. Het klopt wel aardig wat u zegt. Toen ik de cirkel maakte dacht ik inderdaad; nee dat klopt niet, dus zette ik er een streep doorheen, maar toen was het nog steeds niet goed."

Janine knikte bedachtzaam. "En dan het mooie schilderij: als ik zo kijk zie ik een beetje dezelfde kleuren terugkomen als in het hoesje van je mp3-speler: blauw, wit, goud, vooral pasteltinten. Klopt het dat dat kleuren zijn die bij je passen?"

"Dat blauw is mijn lievelingskleur en wit en lichtgeel vind ik er mooi bij staan", antwoordde ik.

Janine knikte. "Als ik zo kijk lijkt het trouwens ook een beetje op een oog. Zie je dat? Een iris met een pupil en die bogen zijn dan oogleden... Was dat ook de bedoeling?"

Ik schudde mijn hoofd.

"Nee, maar ik vond het zelf inderdaad ook op een gegeven moment op een oog lijken. Daarom heb ik inderdaad in het midden van die cirkel toen een pupil gemaakt", gaf ik toe.

"Leuk hoe zoiets dan ontstaat", glimlachte Janine en vervolgde toen serieus haar verhaal: "Eigenlijk zag ik je hetzelfde doen aan het begin als je deed bij het maken van het lelijke schilderij, maar hier leek je toe te geven aan de behoefte om het tot een symmetrisch geheel te maken. Ik leek inderdaad ook te zien dat je het prettiger vond om te doen, je oogde veel rustiger en was ook een stuk sneller klaar dan bij de vorige opdracht. Klopt dat een beetje?"

Ik knikte terwijl ik naar de schilderijen staarde.

"De volgende vraag is misschien wat lastig, maar herken je misschien iets in je manier van werken van zo net, dat je ook herkent in je persoonlijkheid of je manier van doen?"

Ik staarde nog steeds naar de schilderijen.

"Ja... Ik houd er denk ik wel van als het symmetrisch is, dus als alles 'klopt'. Ik houd ervan dat ik weet wat ik kan verwachten en ben af en toe bang als ik dat niet weet. Daarom houd ik niet van nieuwe situaties, waarin ik nieuwe mensen moet leren kennen.Ik kan dan niet voorspellen hoe die mensen zijn, hoe zij doen, hoe ik dan moet doen. Hoe ik dan moet zijn..."

Ik werd een beetje emotioneel, maar probeerde het gevoel en de tranen weg te drukken wat redelijk lukte.

"Ik pas mezelf altijd wel aan als ik met mensen ben. Dat heb al gedaan zo lang ik het me kan herinneren, maar nu weet ik niet meer wie ik zelf ben."

Janine knikte bedachtzaam en ernstig. "Daar kan ik me iets bij voorstellen. Het lijkt me trouwens wel naar dat je door het aanpassen nu niet meer weet wie je zelf bent en wat je zelf wilt in plaats van wat anderen van wat jij denkt dat andere mensen van je verwachten."

Ik knikte en begon verzonken in gedachten te raken, tot Janine zei:

"Het is bijna tijd, dus we moeten gaan afronden, je moet zo naar de lunch. Anders had ik je ook wat verteld over mijn eigen schilderijen."

Ze knipoogde.

"Ik zal je nog wel vertellen wat we doen bij creatief, ook wel CT genoemd: we starten altijd gezamenlijk in de groep met de vraag 'Hoe zit iedereen er bij?', daarmee wordt bedoeld: hoe voel je je? Wat denk je dat goed voor je is om tijdens creatief te doen op dat moment? Heb je daar hulp bij nodig? Vervolgens gaat iedereen óf individueel aan de slag, maar soms doen we ook wel eens groepsopdrachten als ik het afhankelijk van de situatie en soms bepaalde gebeurtenissen op de afdeling belangrijk vind om dat op dat moment te doen.

Ik loop dan rond om te helpen en bespreek en kijk naar het werk dat af is samen met degene die het werk heeft gemaakt.

Een kwartier voordat de therapie is afgelopen ruimen we gezamenlijk op, zodat we nog even kunnen nabespreken. Dan staan we er vooral bij stil welk werk er is gemaakt en wie er wat wil laten zien of wie er wat over zijn of haar werk wilt vertellen. Groepsgenoten mogen ook aan elkaar vragen of ze het werk mogen zien als ze daar belang in zien voor de maker, of als ze gewoon nieuwsgierig zijn. Niets is verplicht. Je mag dus ook besluiten dat je het werk niet wilt laten zien, maar dan moet het er wel over gaan waarom je het werk niet wilt laten zien of voor je zelf wilt houden. Maar nogmaals: niets is verplicht!

Het nabespreken is eigenlijk het belangrijkste van de therapie, omdat groepsgenoten naar jouw werk kunnen kijken en kunnen benoemen wat zij zien. Vaak leidt dit tot nieuwe inzichten voor de maker van dit werk, zoals jij net misschien tot het inzicht kwam dat jij je aanpast aan mensen. Ik weet niet of je dat al wist van jezelf?"

Met Renate heb ik het er ook wel eens over gehad dat ik me zoveel heb aangepast aan mensen dat ik onderweg mezelf ben kwijtgeraakt.

Ik knikte. Janine ook.

"Oké, dan kan het ook voor je groepsgenoten waardevol zijn om wat over je werk te horen zodat ook zij jou beter leren kennen, zodat ze er ook voor je kunnen zijn in andere therapieën, maar ook op de afdeling. Snap je een beetje wat ik bedoel?"

Ik knikte weer. Ik was ineens ontzettend moe. Mijn energieniveau leek in één keer te zijn gedaald: alsof ik erg intensief gesport had.

"Heb je nog vragen over de therapie aan mij? Of over iets anders? Je ziet er een beetje moe uit...", merkte Janine op.

"Niet dat ik nu kan bedenken. Het lijkt me een goede therapie en ik ben inderdaad nogal moe."

"Oké nou ik zou zeggen, ga gauw naar de lunch. Hopelijk krijg je daar weer een beetje energie van. Je hebt hard gewerkt bij je allereerste creatief!" en daar verscheen de vriendelijke glimlach weer.

Als Miss-happy-go-zombie-walk liep ik terug naar de afdeling waar de hele groep al aan tafel zat. Fijn. Ik was te moe om me druk te maken over alle ogen die op mij gericht waren. Max zei al gelijk: "Kom gauw zitten Roos, we weten dat je je introductie creatief net had bij Janine."

Ik schoof aan naast Katja. "Ging het goed?", vroeg ze me.

Ik knikte. "Jawel. Het lijkt me een goede therapie, ik ben nu alleen ineens erg slaperig."

"Ja creatief is ook één van de weinige therapieëen waar ik wel iets aan heb", zei Katja met een grijns en bijna uitdagend naar Max toe die er eigenlijk helemaal niet op reageerde.

Max luisterde mee terwijl hij zijn brood smeerde en zei toen: "De anderen hebben na de lunch weer zomerprogramma, ze gaan de muur in de Meepo verven. Je zou aan de 'Muurcommissie' kunnen vragen of je ook een schildering mag maken op de muur, maar je kan ook even op bed gaan liggen om te rusten. Ik zou alleen niet gaan slapen als ik jou was; overdag slapen raden we hier altijd af omdat de kans dan groot is dat je 's avonds niet slaapt en je dagritme omdraait - iets wat veel jongeren thuis al hebben opgedaan - maar even liggen kan geen kwaad en dan pak je toch een beetje rust. Is dat een idee?"

Ik knikte terwijl ik het dichtsbijzijnde soort brood pakte en het dichtsbijzijnde beleg. Zonder boter, die stond te ver weg. Toen ik mijn eerste broodje op had en de tweede wilde maken vroeg Max: "Lust je geen boter?"

Shit. Betrapt. Hoe red ik me hieruit? Als ik lieg, ben ik verplicht om hier voor altijd brood zonder boter te eten...

"Jawel...", zei ik toen maar voorzichtig.

"Stond het te ver weg?", vroeg Max grijzend.

Ik keek hem aan. Hij leek zich er om te vermaken.

Ik moest er ook van glimlachen al schaamde ik me kapot, vooral voor al die jongeren aan tafel die allemaal gedacht moesten hebben: wat voor idioot durft nou niet te vragen of iemand de boter kan doorgeven?

Ik knikte uiteindelijk.

"Geeft niet hoor, je bent zeker niet de enige die aan het begin alleen maar het beleg pakte dat binnen handbereik stond" en Max gaf me het kuipje boter door dat naast hem stond. Ik begon te smeren.

Linde zei toen ook grijnzend: "Ja Lola deed dat ook in het begin."

"Oooooh!! Jij... ", zei Lola dreigend en lachend naar de grinnikende Linde tegenover haar.

"Ja, ik deed dat ook, maar jij ook!!", riep ze.

"Oooh, niet waar. Ik weet niet waar je het over hebt!", riep Linde weer terug.

Huh, deden zij dat ook?, dacht ik verbaasd terwijl het ge-welles-nietes' van de dames nog even doorging. Maar alle jongeren leken zo normaal... Het voelde alsof ik de enige gek was in dit gekkenhuis. Zat ik hier wel goed?

Toen merkte ik op dat Max mij nog aan het observeren was. "Houd je wel van anijshagel?", vroeg Max uiteindelijk nog steeds grijnzend.

Ik dacht terug aan het broodje van gisteren.

"Ehm... nou, niet heel erg...", biechtte ik op met een rood hoofd.

"Waar heb je wel trek in?"

Ik hield me in om te zeggen 'weet ik niet' en zei maar het eerste dat in me opkwam en waarvan ik zeker wist dat ik het lustte: "Kaas".

"Jong, oud of komijn?"

"Maakt niet uit."

Rens trok een wenkbrauw op en bleef me aankijken.

"Jong."

"Oké, vraag maar."

Dit kon hij niet menen. Kon dit nog gênanter?, dacht ik.

Gelukkig waren de meesten jongeren alweer met elkaar in gesprek.

"Ehm. Mag ik de jong belegen kaas van iemand?", vroeg ik verlegen.

"Nee.", zei Kay schuin tegenover me, maar voegde er al snel grijnzend aan toe: "Tuurlijk, alsjeblieft".

"Flauw hoor, Kay", zei Max ook nog steeds grijnzend.

"Sorry Roos, kon het niet laten."

Leuk zo'n lunch, dacht ik sarcastisch, maar wel met een glimlach op m'n gezicht.

Na het afruimen van de lunch - waar ik het voor het eerst voor elkaar had gekregen om iets anders dan mijn eigen bord af te ruimen (Katja had corvee), ben ik inderdaad even op bed gaan liggen. Katja en Lindsay waren gelukkig de rest van de tijd beneden in de tuin met Fabian aan het roken, dus ik had de kamer voor mezelf tot het tijd was om naar de introductie van Psychodrama te gaan.

Vijf minuten voor 4 meldde ik me bij de receptie en Jeanette kwam mij 5 minuten over 4 halen: "Sorry hoor Roos dat ik te laat ben. Ik was wat vergeten te pakken dus moest weer helemaal terug naar mijn kamer lopen."

"Geeft niet", zei ik.

"Dank je dat je zo mild voor me bent", zei ze terwijl we dezelfde gang inliepen als naar PMT en CT.

Huh? Was het een mogelijkheid geweest om er een punt van te maken dan?, dacht ik verbaasd. Ze zei het toch echt serieus, niet als grap.

We liepen dit keer alleen maar rechtdoor tot de deur halverwege de gang. Voor deze deur was geen druppel nodig, dus daar mocht ik gewoon doorheen onthield ik. Eenmaal door de deur sloegen we rechtsaf een kleine hal in die me nog niet was opgevallen. Recht voor ons was een deur en Jeanette zei "We zijn er al, dit is de psychodrama-ruimte".

Toen we pal voor de deur stonden en Jeanette die opendraaide met haar sleutels, viel me op dat links van de deur nog een hal was met een deur.

Jeanette zag me kijken: "Dat is het PMT lokaal. Ben je daar al geweest? Wacht, als ik me jouw afstemmingsrooster goed herinner zou je dat gisteren hebben toch?"

"Ja ik had gisteren inderdaad PMT, maar de ruimte was al in gebruik zei Erica, dus zijn we ergens anders gaan zitten."

"Ah, vandaar. Nou dan weet je nu ook gelijk waar je de PMT ruimte kunt vinden de volgende keer", glimlachte Jeanette vriendelijk en hield de deur voor me open.

Ik stapte nog een smal halletje in en pas na de tweede deur kwam ik terecht in een ruime kamer, met grote hoge ramen met uitzicht op de binnenplaats met alle klinieken. Links onder de ramen stonden grote houten blokken waar je gemakkelijk op kon klimmen en tegenover de ramen stonden allerlei spullen tegen de muur met grote rode gordijnen ervoor.

Toen ik goed keek, zag ik dat het instrumenten waren!

Ik besloot bij deze introductie wat spraakzamer te zijn.

"Wat leuk die instrumenten."

"O ja, dit lokaal wordt gedeeld met muziektherapie. We houden de gordijnen normaal gesproken dicht, anders wordt de verleiding voor sommigen te groot om er aan te gaan zitten. Het is al een paar keer gebeurd dat de therapeut van muziektherapie er tijdens de therapie achter kwam dat een instrument kapot was gemaakt, of dat nou per ongeluk is gegaan of expres, maar het is dan niet meer te achterhalen wie het heeft gedaan omdat het buiten de muziektherapie om is gebeurd. De regel is dan ook dat de jongeren niet aan de instrumenten mogen komen helaas", legde Jeanette uit.

"Krijgt de KP geen muziektherapie?", vroeg ik hoopvol.

"Pak er maar even een stoel bij", zei Jeanette en ze wees naar de stoelen die in een kring stonden, bekleed met witte stof, aan de rechterkant onder de ramen.

Ik deed wat me werd gezegd. De stoel was verrassend licht. Het frame bleek van kunststof te zijn.

We gingen tegenover elkaar zitten in het midden van de ruimte.

Het viel me nu pas op dat er gekleurde spots aan het plafond hingen. Net theaterlichten, maar dan in het klein!

Toen ze eenmaal zat begon Jeanette antwoord te geven op mijn vraag: "Nee jullie krijgen geen muziektherapie, maar dat is eerder een praktisch verhaal. We hebben namelijk maar één drama/muziek ruimte, dus met alle klinieken die hier gebruik van moeten maken, zit een dag al snel volgepland. We hebben met de staf van de KP en vooral de vaktherapeuten en jongeren gekeken waar de jongeren van de KP het meeste baat bij zouden kunnen hebben. Dus dat jullie alleen de vaktherapieën creatief en PMT hebben heeft vooral te maken met wat er mogelijk was in verband met het rooster van het lokaal en wat wij destijds dachten dat goed zou zijn. Misschien dat we binnenkort nog eens gaan kijken of iedereen daar nog steeds zo over denkt, maar voorlopig staat muziektherapie voor jullie helaas niet op het programma."

"Oké", knikte ik en vroeg: "Is psychodrama hetzelfde als dramatherapie? Daar heb ik namelijk pas geleden mijn profielwerkstuk over gedaan."

Jeanette zei verbaasd: "O ja?" en vertelde: "Nou, het heeft wel raakvlakken met elkaar, het zijn natuurlijk allebei therapie vormen en maken beiden gebruik van drama- en theater elementen, maar dramatherapie wordt gecategoriseerd als vaktherapie en psychodrama is echt een vorm van psychotherapie."

Ik dacht het een beetje te snappen, dus ik knikte.

"Het verschil is lastig om in het kort uit te leggen, maar kun jij anders vertellen wat jij zelf weet over dramatherapie? Dan kan ik je vertellen wat de verschillen en overeenkomsten met psychodrama zijn", stelde ze voor.

O nee. Straks vertel ik het helemaal fout, waarom heb ik nou weer gezegd dat ik mijn profielwerkstuk erover heb gedaan. Stomme koe die je bent Roos...

"Ehm. Ik weet niet of ik het nog helemaal goed weet hoor", zei ik en bedacht me dat dat nog dommer klinkt want ik zei net nog dat ik het pas geleden gemaakt had. Nu alweer vergeten? Klinkt ook erg intelligent Roos... Sjonge jonge. Ik probeerde me te herpakken en zei:

"Wat ik weet is dat dramatherapie inderdaad één van de verschillende vormen van vaktherapie is, net als beeldende therapie, danstherapie en muziektherapie. Verder ben ik met de klasgenote waarmee ik het profielwerkstuk maakte ook langs iemand geweest die een eigen praktijk had voor dramatherapie en die wilde het ons ook laten ervaren, dus heeft hij ook een paar oefeningen met ons gedaan."

"Oh echt? Wat voor oefeningen dan?", vroeg Jeanette en leek oprecht geïnteresseerd.

"Nou hij vertelde eerst dat hij de kinderen zich meestal de allereerste sessie laat voorstellen door bijvoorbeeld in verschillende emoties hun naam te zeggen en dat hij dat zelf dan ook doet, zodat het kind gelijk 'gek' moet doen en hopelijk al wat los komt.

Daarna, afhankelijk van de hulpvraag en wat hij heeft gezien aan het gedrag van het kind, gaat hij een rollenspel spelen bij bijvoorbeeld een bakker.

Hij laat kinderen die snel boos worden dan bijvoorbeeld heel verlegen een brood kopen en kinderen die juist verlegen en angstig zijn, juist heel boos een brood kopen. Hij speelt zelf dan de bakker en reageert op de manier waarop de kind het brood bestelt.

Dan draait hij ook de rollen om, dus dat hij de klant is en het kind de bakker en doen ze precies het zelfde. Dan vraagt hij aan het kind welke manier hij of zij het prettigste vond om aangesproken te worden als bakker.

Uiteindelijk is het dan de bedoeling dat ze dan uitkomen op een tussenweg, niet boos, niet verlegen, maar bijvoorbeeld vriendelijk. Dat is assertief, maar niet over-assertief.

Zelf moesten we een soort hints doen met kaartjes waar allerlei beroepen op stonden. We mochten niet praten of geluiden maken, alleen maar uitbeelden met je lichaam.

Na dat een paar keer gedaan te hebben vroeg hij aan ons hoe wij het vonden. Nu was het zo dat bij mijn klasgenote het steeds geraden werd, maar dat het bij mij heel lang stil bleef. Op een gegeven moment werd ik een beetje wanhopig, maar ik bleef doorgaan.

Na afloop bleek dat hij dat expres deed, om te kijken wat mijn reactie zou zijn.

Hij vertelde dat hij wel zag dat ik een soort van in paniek raakte en me erg ongemakkelijk voelde, maar dat het feit dat ik toch doorging met het proberen uit te beelden bewijst dat ik niet snel opgeef.

Daardoor wist hij gelijk over mij te vertellen dat ik me snel onzeker kan voelen in situaties en dat dan niet wil laten merken en dan door ga en dat dat waarschijnlijk ook mijn 'copingsmechanisme' is ofzoiets."

"Copingsstrategie of copingsstijl inderdaad. Goh je hebt het goed begrepen zo te horen", zei Jeanette glimlachend.

Stiekem deed me dat een beetje trots voelen.

"Nou, bij psychodrama gaan we ook aan de slag met een probleem, of eigenlijk een hulpvraag, alleen is het zo dat psychodrama bij ons altijd plaatsvindt in een groep. Soms doen we groepsoefeningen, maar meestal staat er elke psychodrama steeds één persoon centraal. De groep zit dan daar - ", ze wees naar de kring met stoelen, "- en ik sta met de jongere ongeveer waar wij nu zitten. Vervolgens helpen we de jongere te bedenken waar het drama over moet gaan als hij of zij er zelf nog niet uit is.

Als dat duidelijk is, gaan we de situatie neerzetten.

De jongere mag dan spullen gaan pakken die voor bijvoorbeeld een bepaalde locatie staan, of gevoel en soms ook een persoon. Die plaatst hij dan ergens in de ruimte waar hij of zij denkt dat het hoort te staan ten opzichte van zichzelf.

Als het gaat om personen, kunnen de groepsgenoten ingezet worden met een bepaalde rol als bijvoorbeeld een familielid, vriend of vriendin, maar ook de jongere zelf. De 'dubbel', noemen we dat. De jongere spreekt bij iedere groepsgenoot de rol in..."

Jeanette hield haar hand boven mijn schouder voor ze verder ging met haar verhaal.

"Mag ik je schouder aanraken Roos?"

"Uh... Ja hoor?"

"Sommige jongeren hebben er een probleem mee als ze aangeraakt worden, die hebben dat liever niet, vandaar dat ik het even vraag, maar het is dus oké?"

Ik knikte en ze legde haar hand op mijn schouder en zei:

"Ik ben Jeanette en ik ben psychotherapeut van therapiegroep wit en van blauw en ik geef ook psychodrama aan de therapiegroepen. Ik ben nu erg veel aan het nadenken omdat ik graag goed wil uitleggen hoe psychodrama werkt aan Roos."

Ze haalde haar hand weer van mijn schouder en zei: "Nu ben jij Jeanette, mijn dubbel en alle andere dingen die ik zojuist verteld heb. Aan de hand van die informatie kun jij straks je rol gaan spelen. Snap je het principe van de dubbel een beetje?"

Ik dacht even na en knikte.

"Dus als ik dan uw dubbel ben, dan bent u er even niet?"

"Klopt, heel goed, wanneer jij mij speelt of dubbelt, dan sta ik buiten de situatie, buiten de scène en kan ik letterlijk vanaf een afstand bekijken hoe ik het doe, hoe het eruit ziet, enzovoort. Vaak zie je jezelf dan ook weer letterlijk vanuit een ander perspectief en kun je misschien sneller met een oplossing komen voor het probleem waar je mee zit."

"Wow, cool", floepte ik eruit.

Ik hoopte heel erg dat Jeanette het niet had gehoord en durfde haar niet aan te kijken. Ik kon mezelf wel voor m'n kop slaan!

Gelukkig ging ze gewoon verder met uitleggen: "Verder blijf ik zelf altijd naast de jongere staan om met hem of haar mee te kijken en zal af en toe ook 'dubbelen'. Dan leg ik weer een hand op de schouder - mag het nog steeds?"

Ik knikte.

"- en dan zeg ik bijvoorbeeld: 'Pfff, dat klinkt nog ingewikkeld dat psychodrama, maar ik vind het wel interessant, omdat ik onderzoek doen over dramatherapie ook erg interessant vond!'".

Ze haalde haar hand weer van mijn schouder.

"Klopt dat een beetje?"

Ik moest glimlachen en knikte.

"Nou dat is dus dubbelen. En dan heb ik geloof ik alle principes uitgelegd... Oh en groepsgenoten kunnen naast jouw dubbel ook nog ingezet worden als een bepaalde kant van jou."

"Alsof je bij wijze van spreken een engeltje en duiveltje op je schouder hebt?", vroeg ik.

"Ja precies ja. Nu hoeft het niet persé te gaan over goed of slecht, maar kan het ook gaan over een dilemma waar je in zit waarbij je bijvoorbeeld niet kunt kiezen. Een groepsgenoot kan dan de rol spelen van jou die het ene wil en een andere groepsgenoot speelt jou die het andere wil. Je kunt dan vanaf een afstand kijken hoe ze het met elkaar bij wijze van spreken uitvechten."

Ik knikte begrijpend en slikte mijn enthousiasme over deze bijzondere therapievorm in. Het was niet zo dat ik er nou zelf zoveel zin in had deze therapie te krijgen... (ik vond het juist doodeng), maar het was meer dat ik het bijzonder en 'cool' vond erachter te komen dat zo'n therapie gebaseerd op drama-elementen bestaat! Mede door mijn profielwerkstuk, maar ook door het zelf meedoen aan het middelbare schooltoneel was ik er erg in gaan geloven dat toneelspelen een therapeutische werking kan hebben op mensen. Dat had ik zelf ervaren.

Deze therapievorm was alleen maar weer een bewijs van mijn theorie!

"Voel je er wat voor om het zometeen zelf te proberen? We hebben trouwens een heel stuk overgeslagen!", bedacht ze zich op dat moment.

"Komt omdat we allebei gelijk zo opgingen in dat verschil tussen psychodrama en dramatherapie... maar goed. Ik kan je nu ook nog allerlei vragen stellen...", dacht ze hardop.

"Sorry!", zei ik automatisch.

Ze keek me aan. "Daar hoef je geen sorry voor te zeggen hoor, ik vond het leuk om te horen en het is voor mij handig te weten dat je er al het één en ander over weet."

Ik knikte maar gewoon al voelde ik me nog steeds schuldig.

"Hoe ziet jouw sociale netwerk eruit? Daarmee bedoel ik je gezin, je vrienden, familie enzovoort. Van wie ervaar je steun?"

Ik moest diep nadenken.

"Ehm.... nou ja ik woon alleen bij mijn vader, mijn moeder en broer zijn namelijk overleden, maar dat wist u waarschijnlijk al."

Jeanette knikte.

"Verder heb ik wel aantal goede vriendinnen en verder gewoon wel wat vrienden, met de rest van mijn familie ben ik niet zo close en verder... Denk ik dat ik van vooral mijn mentrix en twee andere docentes op school steun kreeg en soms van een paar vriendinnen. Niet dat ik niet veel steun krijg aangeboden hoor, maar ik vind het vaak moeilijk om steun of hulp aan te nemen", voegde ik er snel aan toe.

"Je zei dat je met de rest van je familie niet zo close bent en je noemde je vader ook niet als persoon waar je steun van ervaart, hoe zit het met de band tussen jou en je vader?", vroeg Jeanette.

"Nou we zijn ook niet heel erg close. We kunnen het denk ik beter met elkaar vinden dan voor mijn moeders overlijden, misschien omdat we nu meer met elkaar om gaan. Hij werkt namelijk continudiensten dus is altijd veel op zijn werk geweest of hij lag te slapen. Mijn moeder zag ik dus gewoon ook vaker dan dat ik mijn vader zag, maar nu zij is overleden hebben we gewoon meer met elkaar te maken."

"Het is nog niet zo lang geleden hè, dat je moeder is overleden", vroeg ze meelevend.

"Nu twee jaar ongeveer", zei ik en wist me geen houding te geven.

Ik vond het altijd ongemakkelijk als mensen hun medeleven toonden. Ik wilde dan niet 'zielig' overkomen, ik wilde niet dat zij dachten dat ik mezelf zielig vond en ik wilde ook niet dat ze dachten dat het me niets kon schelen dat zoiets naars was gebeurd.

"Hoe zou je de band met je vader nu omschrijven? Wat vindt hij er bijvoorbeeld van dat je hier zit? Zou je... of wacht... Ja, zullen we het gewoon gaan neerzetten hoe jij je band met je vader ziet?", stelde Jeanette toen plotseling voor.

"Eh, is goed?"

"Oké, kom maar staan", en Jeanette zette onze stoelen weer in de kring.

"Goed, je vader...", ze keek even rond en liep toen op een krukje af dat bij de gordijnen stond.

"Zullen we ons voorstellen dat dit krukje staat voor jouw huis? Waar woon je ook alweer?"

"Haarlem."

"Goed, het huis in Haarlem met je vader, waar in deze ruimte wil je het huis neerzetten?"

"Ehm, gewoon hier?", ik wees naar de plek tegenover mij waar Jeanette al stond met de kruk.

"Prima. En waar is dan de KP waar we ons nu bevinden? Hoever ben je van je vader verwijderd?"

Ik dacht even na. "Ehm..." Uiteindelijk stapte ik op het onderste houten blok bij het raam. "Hier."

"Goed. Je mag daar even blijven op de KP Roos, wanneer je in behandeling gaat zelfs 12 maanden. Wat vind je daar eigenlijk van?"

"Ik weet nog niet of ik dat wel wil. Ik twijfel nog heel erg, omdat ik me tegelijkertijd ook wel wil voorbereiden op mijn auditie voor de kleinkunstacademie. Ik voel... me al wat beter en ik weet wel dat ik nog veel aan mezelf moet werken voor ik er helemaal ben, maar 12 maanden is zo lang en ik ga me juist steeds meer verheugen op het toneelspelen en zingen."

"Je zegt dat je wel weet dat je nog veel aan jezelf moet werken. Waar moet je dan nog precies aan werken Roos?"

"Nou, ik denk vooral trauma's van vroeger waar ik af en toe nog last van heb."

Mijn depressieve gevoelens besloot ik op het laatste moment niet te noemen, want ik zei al bijna ik 'voelde' me beter in plaats van ik 'voel' me beter. So much for Miss happy-go-lucky...

"Ik denk dat ik eerst die trauma's moet verwerken en zo, voordat het me gaat lukken naar de kleinkunstacademie te gaan", zei ik er uiteindelijk toch achteraan. De somberheid nam toch de overhand. Hoe zou ik in 's hemelsnaam zo'n auditie moeten doen? Ik kreeg het al doodsbenauwd van die één-op-één gesprekken met de therapeuten hier.

Alhoewel... eigenlijk deed ik nu ook auditie. Auditie om aangenomen te worden voor een behandeling in een kliniek van een psychiatrisch ziekenhuis, dacht ik teneergeslagen bij mezelf.

Ik was wel erg diep gezonken...

"Aha", onderbrak Jeanette mijn gedachten.

"Dan wil ik je nu vragen om in de rol van je vader te stappen Roos. Je mag op de kruk gaan zitten in Haarlem. Goed.

Dag meneer", zei Jeanette tegen me.

Ietwat ongemakkelijk zei ik: "Eh. Dag."

"Uw dochter is op dit moment niet thuis bij u begrijp ik, maar is klinisch opgenomen in een hele andere stad. Wat vindt u daarvan?", vroeg ze mijn vader.

"Nou, aan het begin vond ik dat niet zo'n prettig idee. Ik had mijn twijfels toen deze behandeling werd voorgesteld door haar therapeuten bij het Demen... eh.. GGZ, maar na het intakegesprek met de psychiater werd het me iets duidelijk wat de behandeling inhield."

"U vindt dat niet zo'n prettig idee, vertelde u. Kunt u daar wat meer over zeggen?"

"Ja, nou ja, ik had Roos liever thuis gehad en dat ze gewoon niet zo stil stond bij het verleden, maar gewoon door gaat. Zelf heb ik zoiets van; wat heeft het voor zin oude koeien uit de sloot te halen, daar ga je je alleen maar rot door voelen. Als je je gewoon bezig houdt met het hier-en-nu komt het vanzelf wel goed. Dat heb ik haar vaak gezegd, maar dan zegt Roos dat ze dat niet kan. Dat dat haar niet lukt... Tsja. Dat vind ik wel moeilijk".

Het was vreemd me in te leven in mijn vader, maar ik merkte gelijk dat ik meer begrip voor hem kreeg en daarmee werd mijn schuldgevoel versterkt. Waarom was ik nou zo'n gestoord kind? Arme man. Hij verdient een dochter die wel normaal kan doen en niet zo achterlijk...

"Voelt u zich misschien ook tekort geschoten als vader wanneer Roos zich zo slecht voelt?"

Die zag ik niet aankomen. Ik dacht even na.

"Misschien wel...", zei ik onzeker omdat ik niet zeker wist of mijn vader zo dacht en keek Jeanette aan.

Ze leek het te snappen.

"Oké dank u wel meneer, Roos, je mag even uit de scène stappen en dan zal ik in mijn eentje - normaal kunnen we dus meer mensen inzetten voor een rol - proberen de rol van jouw vader te dubbelen en jou te dubbelen."

Ze liep naar de blokken en ging op de onderste houten blok staan.

"Hier was het toch?", vroeg ze nog even voor de zekerheid.

Ik knikte en ze ging net als ik dat deed op het houten blok zitten.

Ze begon mijn rol door een peinzend gezicht te trekken: "Ik twijfel nog wel een beetje over de behandeling omdat ik me de laatste tijd wat beter voel, maar tegelijkertijd besef ik me ook dat ik eerst mijn traumata moet verwerken voordat het me gaat lukken de kleinkunstacademie aan te kunnen. Ik ben wel gemotiveerd om de behandeling aan te gaan en vind het ook erg interessant hoe al die therapieën werken en in elkaar zitten."

Ze stapte uit de rol van Roos, door vanuit de kliniek over te steken naar Haarlem en op de kruk van mijn vader te gaan zitten:

"Pfff. Ik snapte niet zo goed waar die hele behandeling voor nodig is. Als Roos het nou net doet zoals ik: gewoon niet aan de pijnlijke herinneringen van vroeger denken en gewoon doorgaan, dan zou het allemaal niet nodig zijn. Ik heb het zelf altijd zo gedaan en voor mij werkt dat prima. Dat wil ik Roos dus ook meegeven, maar ja, Roos geeft aan dat ze dat niet kan... Dus ja, misschien moet het maar dan, die behandeling...

Ik vind het wel moeilijk dat Roos daar op de KP is en niet thuis. Maar ja, misschien kunnen zij daar beter voor haar zorgen dan ik..."

Jeanette bleef nog even zitten op de kruk, observeerde me even en stond toen op.

"Hoe was dat voor je Roos?"

Ik merkte dat ik geëmotioneerd raakte. Verdomde somberheid, verdomde gevoelens...

"Ehm. Wel moeilijk om te horen sommige dingen", gaf ik toe.

"Welke dingen precies?"

"Nou dat het mij niet lukt om gewoon door te gaan, net als mijn vader. Hij is altijd zo sterk en ik niet. Maar ja ik heb altijd zoiets gehad van dat ik eerst moet weten waarom ik me zo rot voel, waar dat precies door komt, zodat ik er uiteindelijk iets aan kan doen. Mijn vader vindt dat ik gewoon te veel stil sta bij het verleden. Ik voel me dan best wel schuldig en schaam me dan ook."

"Schuldig? Waarover precies? En waarvoor schaam je je dan?"

"Dat ik zo zwak ben en hij zit opgescheept met zo'n sombere dochter die een einde aan het leven wil maken dat hij haar gegeven heeft. Nogal ondankbaar van me... verder schaam ik me omdat hij ondanks alles wel voor me probeert te zorgen, maar dat dat niet lukt omdat ik gewoon zo raar in elkaar zit."

Jeanette bleef even stil en bleef me aankijken.

Uiteindelijk zei ze: "Vind je niet dat je dan wel heel streng voor jezelf bent Roos? Je bent toch niet expres zo somber? Depressie is een ziekte en het is ook nog eens een ziekte die erom bekend staat dat naast degene die depressief is, de omgeving het ook erg moeilijk vindt om met die ziekte om te gaan omdat ze hun dierbare zo ongelukkig zien. Dat is inderdaad erg vervelend, maar voor beiden partijen. Toch?"

Ik knikte. Ergens had ze inderdaad wel gelijk... Maar hoe weet ik dan zeker dat ik echt een depressie heb en niet gewoon van mezelf een raar, achterlijk, moeilijk en chagrijnig kind ben?

"We moeten stoppen", zei Jeanette terwijl ze op haar horloge keek.

"Heb je tot slot nog vragen?

"Ik schudde mijn hoofd."

"Hoe was dit voor je om te doen?"

"Heel apart. Ik ging dingen inderdaad van een ander perspectief zien", zei ik snel omdat Jeanette waarschijnlijk weg moest.

"Dat is goed om te horen, vooral bij zo'n eerste kennismaking met psychodrama. Het kan best ingewikkeld en lastig zijn aan het begin, maar je pakte het snel op", glimlachte ze.

Inmiddels was het alweer bijna etenstijd.

Toen ik de leefgroep in liep waren Linde en Martijn al aan het koken. Omdat er niet genoeg mensen in de leefgroep zaten, moesten sommigen twee keer week koken en sommigen twee keer per week corvee doen. Daarom voelde ik me al helemaal lullig dat ik niet mocht meehelpen...

Na het eten - zonder rauw vlees dit keer - volgde weer een dagafronding.

Ik werd niet op de agenda gezet gelukkig, maar ik was te moe om ook de verhalen van de anderen echt goed te kunnen volgen. Er werd uiteindelijk niets 'heftigs' besproken. Alleen maar een snipaanvraag geloof ik.

Wel werd door Otto gevraagd of er nog mensen uit de groep bezoek kregen.

Britt haar ouders kwamen op bezoek, Lola haar moeder en Jim zei dat een vriend langs zou komen.

Ik had niet door dat het bezoekavond zou zijn die avond, maar eerlijk gezegd was ik zo moe, dat ik ook niet echt op bezoek zat te wachten.

Omdat ik het wel erg eng vond dat er allemaal vreemde mensen door de leefgroepen liepen, heb ik me vooral teruggetrokken op mijn kamer en ben ik al vroeg gaan slapen om me voor te bereiden op weer een nieuwe zomerdag in de kliniek...

Volg mij
  • Facebook Clean
  • Twitter Clean
Hoofdstukken overzicht
bottom of page